Na de hevige storm (en regen!) van afgelopen nacht was het vandaag opeens volop lente. Alle vroegbloeiers zijn in vorm.
Na de hevige storm (en regen!) van afgelopen nacht was het vandaag opeens volop lente. Alle vroegbloeiers zijn in vorm.
Met een paar hulptroepen erbij wordt elke tuinklus gezellig! Onze kippen lusten gelukkig geen sneeuwklokjes! Het worden er elk jaar meer (de sneeuwklokjes, niet de kippen) en ze zijn nu op hun mooist.
Een gezellige open tuin vandaag, met ruim 20 geïnteresseerde bezoekers. Erg leuk om uit onze winterslaap te komen. We verklaren hierbij het tuinseizoen 2017 officieel geopend!
Het is jammer dat ik de geur van de Sarcococca niet kan fotograferen. De eerste bijen weten deze verrukkelijk geurende struik snel te vinden!
De lente zit in de lucht! Wij zijn klaar voor de eerste Open Tuin van 2017. Zondag 19 februari ben je welkom tussen 11 en 16 uur. Ook Brassica en de tuin van Héléne de Vries zijn open.
Gisterochtend een pak sneeuw, vanaf vandaag stijgende temperaturen. Is de winter echt voorbij?
Er is vannacht een pak sneeuw gevallen. De pruimenboom lijkt wel een pentekening.
Een favoriete winterbloeier is Helleborus foetidus. De stengels en bladnerven van ‘Wester Flisk’ hebben een purperrode gloed. Dat geeft de plant raffinement, zeker in combinatie met het ook al zo ‘sexy’ rode randje aan de bloemen. Alsof ze rode panty’s aantrekken en lipstick opdoen om het grauwe winterweer wat kleur te geven.
Deze Helleborus doet het op onze vette klei uitstekend, in zon, halfschaduw en diepe, droge schaduw. Hij staat liefst niet té nat. De planten zijn kortlevend, maar zaaien zich (niet hinderlijk) uit. Je kunt er gewoonweg niet teveel hebben! Het hele jaar mooi en met de vroege bloei een dankbare voedselplant voor de eerste bijen.
Onze Cyclamen coum komen in bloei. Om deze schoonheden goed te zien, moet je door de knieën en met de neus dicht naar de grond. Zeker de moeite waard!
… in de beschutting van de beukenhaag.
´Misschien´, zei Gerrit Komrij, ´ is poëzie wel aanstellerij. Maar wat´, vroeg hij zich af, ‘is een mens zonder aanstellerij? Een dooie wandelstok, en geen toverhazelaar’.