Het eerste weekend van november gebruiken we altijd om alle nestkasten schoon te maken en – waar nodig – te repareren. Ook deze zomer hadden we weer een bijna volledige bezetting. Helaas geen steenuilen – in plaatst daarvan spreeuwen. De kerkuilenkast werd voor het derde jaar gekraakt door kauwen.
We hebben veel soorten nestkasten van verschillende materialen. De vogels blijken niet erg kieskeurig. Sommige kasten werden gebruikt voor twee of soms zelfs drie legsels. Die zaten dan ook bomvol.
Ringmussen gebruiken voornamelijk Hakonechloa macra en kippenveren. De mezen bouwen zachte nestjes van mos en haar. Kauwen stoppen de kast vol grof stro, takken en paardenhaar – ze plukken dat van de paarden in het weiland van de buren. Slechts 1 vogelpaar had plukken haar van onze hond Wicca tussen het mos gevlochten.
Veel broedsels waren succesvol dit jaar. In slechts twee kasten troffen we dode jongen: 1 keer drie ringmusjes en 1 keer een koolmeesje.
De enige kasten die nooit bewoond worden zijn de kastjes die we hebben hangen voor winterkoninkjes. Er zitten genoeg van die leuke, kleine schreeuwers in de tuin, maar ze bouwen kennelijk liever helemaal zelf een nest.
Niet alles hebben we op de foto. Zo broeden de kwikstaarten altijd onder de zonnepanelen op de schuur. Het nest van de eksters zit te hoog en heel veel nestplekken (roosborstje, heggenmus, lijster, etc.) zitten nog goed verstopt tussen het gebladerte van bijvoorbeeld liguster of beukenhaag.