Kun je verliefd worden op een tuin? Ik heb lang gedacht van niet, maar nu moet ik het toch bekennen: ‘Ja, dat kan.’ Althans: ‘Ja, ik kan dat.’ Of, nog beter: ‘Ik bén het!’ Jarenlang is het mij niet gelukt echt te wortelen op De Pullenhof. Terwijl Matthé zich met overgave op de tuin stortte en ik met veel plezier een groot deel van mijn vrije tijd in de tuin stopte, bleef ik ook verlangen naar een vaag ‘elders’: verre reizen, een huis in het buitenland (‘Ik vertrek’ en dan bij voorkeur naar Frankrijk!).
Die twijfel, blijven we hier of gaan we weg? stond mij onbewust in de weg. Afgelopen jaar werd Matthé ernstig ziek. Zó ernstig, dat de vraag blijven of vertrekken opeens actueel werd. Het ging opeens niet langer over willen we hier blijven?, maar over kunnen we dat eigenlijk wel? En plotseling viel alle twijfel bij mij weg. Ik wil hier voor altijd blijven en ik ga er alles aan doen om dat te realiseren.
En dat lukt. Matthé is redelijk opgeknapt en werkt weer bijna als vanouds in de tuin. Ik ook, met hernieuwde energie en enthousiasme. Ik kijk met andere ogen dan voorheen en geniet intens.
Vanmorgen zat ik paardenbloemen te wieden onder de lindebomen bij het tuinhuis.
Zacht zonlicht, kwetterende vogels, de hond aan mijn voeten en vroege voorjaarsbloeiers tussen het prille groen en de wetenschap dat Matthé verderop ook lekker bezig was. Het was perfect! Een bijna overweldigend gevoel van geluk kwam over mij.
De Engelsen noemen dat bliss, een diep geluk, een gevoel van verbondenheid met alles, gelukzaligheid en vervoering tegelijk. Wat een rijkdom als je dat in je eigen tuin mag ervaren. Ik ben niet alleen verliefd, ik hóu van die plek!