Dit deel van de tuin ligt vanuit het huis gezien aan de overkant van de Voorvliet. Een langgerekte strook grond, die Henk wil laten doorsnijden met een parallelle sloot. Helaas krijgen we voor dit plan geen toestemming van het Waterschap.
Kort daarna komen we in contact met Stichts Landschapsbeheer. Zij subsidiëren aanleg, herstel en instandhouding van ‘kleinschalige landschapselementen’, met als doel het realiseren en behouden van natuurwaarde. Daarvoor was in 1995 nog aandacht (en subsidie)! Ook het waterbergend vermogen van de grond wil men in stand houden.
Het Stichts Landschapsbeheer adviseert ons een oever van de vliet af te graven, zodat er een natuurlijke moerasberm ontstaat met ondiepe watergedeelten. De afgegraven grond is aan de andere kant van het perceel gebruikt om een losse houtwal te maken, waarop we vogelvriendelijke struiken als Gelderse roos, sleedoorn, kornoelje en meidoorn planten, met een onderbegroeiing van onder andere sneeuwklokjes en Helleborus orientalis.
In de loop van de jaren zijn we afgestapt van een uitsluitend inheemse beplanting. Een paar Gunnera’s staan prachtig langs de waterkant. Met grassen creëren we een natuurlijke overgang van de houtwal naar de oever. Het is een uitdaging daar de goede soorten voor te vinden, want dit deel van de tuin is erg nat.
Najaar 2016 hebben op advies van Carrie Preston (Studio TOOP, Amersfoort) de houtwal gedund en de onderbeplanting uitgebreid met stinzenplanten . Een lint van Pachyphragma, Aster divaricatus en grote groepen varens maken de houtwal het jaar rond interessant.
Dit is ook de plek waar onze kippen rondlopen: een toom Sussex rood porselein.