Wisselvallig

Regen, zon, ze blijven elkaar afwisselen. Al die nattigheid draagt bij aan de intensiteit van de herfstkleuren. Acer palmatum dissectum ‘Garnet’ is nu op zijn (haar?) mooist!

Hier moet het mooiste nog komen: Acer Davidii ‘Ernest Wilson’ wordt eerst geel, later diep oranje.

De wisteria laat haar bladeren vallen en de Magnolia stellata is al bijna helemaal kaal. De knotwilg daarentegen is nog net zo groen als in de zomer!

Acer Davidii ‘Ernest Wilson’ strekt zijn takken uit over de Molenvlietl. Op de achtergrond onze 10 jaar oude Ginkgo biloba, nu knalgeel en op zijn mooist. 

 

Half november

Half november en wat valt er nog veel te genieten in de tuin. Aster turbinellus bloeit nog uitbundig in de Moonlightborders

Amsonia hubrichtti verkleurt prachtig (Moonlightborders).

Wisteria en Rosa ‘Rambling Rector’ geven tot laat in het jaar kleur aan de pergola bij het huis.

De Salomonszegel heeft nu ook haar bessen laten vallen. Het skelet van de bloeiaren licht op in de lage middagzon langs de Molenvliet.

Rood I

ROOD I (Pierre Kemp)

De mensen zien het niet, hoe ik blijf staan
voor een bijzonder rood. Ik kan er niet vandaan.
Het wordt al groter naar ik het bekijk.
Het wordt al dieper naar ik meer wijk.
Rood, waarom zijt gij geen wezen, niet vrouw, noch man,
maar dat ik toch mijn bleke handen geven kan?

Zonsondergang

Regen, wind en dan aan het eind van de dag opeens de zon. Fantastisch!

De treures op het ‘schiereiland’ – hoe lang zal zij het nog volhouden? De essentaksterfte, veroorzaakt door de schimmel Chalara fraxinea doodt voor zover nu bekend 100% van de treuressen in Nederland. We kunnen niet anders dan afwachten.

Miscanthus, op de achtergrond een van onze grote essen. Ook hier moeten we afwachten of de boom het zal redden.

Eiken, met Amelanchier lamarckii.

November …

… en de herfst kruipt dieper de tuin in. Laag zonlicht aan het eind van de dag. Ik herinner mij het begin van het gedicht ‘De Gelatene’ van J.C. Bloem:

‘Ik open het raam en laat het najaar binnen,
Het onuitsprekelijke, het van weleer
En van altijd. Als ik één ding begeer
Is het: dit tot het laatst beminnen.’

Ja, zoals hij het schrijft, zo is het nu. Ik snuif nog eens diep die heerlijke najaarslucht op.