Nu wij – en vooral dan Matthé met zijn 78 jaar! – wat ouder worden, dringt de vraag: ‘Hoe lang houden we het nog vol?’ zich steeds vaker aan ons op. En met ‘het‘ bedoelen we dan ‘de tuin’. We hebben het antwoord daarop een tijd voor ons uitgeschoven, maar vorig jaar hebben we de knoop doorgehakt. We blijven op De Pullenhof én de tuin moet minder onderhoudsintensief worden. Entree: Carrie Preston.
Sinds afgelopen zomer ‘gebruiken’ we haar als (very) critical friend. Ze confronteert ons op een heel positieve wijze met achterstallig onderhoud, uit de kluiten gewassen bomen, struiken en vaste planten. En neemt ons mee op een nieuw avontuur naar een tuin die beter, mooier en onderhoudsvriendelijker wordt.
Dat betekent ook: afscheid nemen van oude, grote liefdes. Struiken en planten waarvan wij nu bepalen dat zij, vaak na ruim 20 jaar trouwe dienst, een voltooid leven hebben. Waaraan wij dan nu een einde maken: eind maart gaan de grote borders helemaal op de schop, teneinde begin april opnieuw te worden ingeplant. Met een prachtig ontwerp voor een maanlichtgele border. Een heel oude wens van mij gaat daarmee in vervulling. Ergens schuilt in mij een grote romanticus.
Zomaar afscheid nemen gaat natuurlijk niet. Er moeten planten gered worden (waarvan Carrie dan waarschijnlijk later, als ze ze op hun nieuwe plek ziet staan, zegt: ‘Eruit ermee!’). En gelijk heeft ze, we moeten keuzes maken. Maar voor de sneeuwklokjes maak ik een uitzondering: die moeten gered worden!
En dus ben ik nu al een paar weken bezig om elke vrije minuut pollen uit te steken, schoon te maken (zevenblad!) en te verhuizen. Op de houtwal vormen ze een wonderschone onderbeplanting in deze tijd van het jaar. En in tegenstelling tot krokussen zijn sneeuwklokjes ‘kipproof’!
Inmiddels heb ik er denk ik al wel meer dan duizend verplant. Wat een feest wordt het daar, als die zich gaan vermeerderen. Je hebt er geen omkijken naar en wat een schoonheid, zo vroeg in het voorjaar!